De aardappel

De aardappel

Aardappelen zijn knollen die onder de grond aan de aardappelplant groeien.

Net als tomaten, aubergines en paprika’s behoren aardappelen tot de Nachtschadefamilie. De wetenschappelijke benaming is ‘Solanum tuberosum’ of plant met knollen (tuberosa) die graag in de zon (sol) staat. Het loof is giftig en dus niet eetbaar. De ondergrondse verdikkingen van de wortels of knollen, waarin de plant haar voedingsreserves opslaat, zijn wel eetbaar en heel voedzaam. Elke knol heeft meerdere knopaanzetten of ogen. Hieruit ontwikkelen zich in het volgende jaar nieuwe planten met knollen. Het nieuw ontsproten plantje voedt zich uitsluitend met de reserves van de moederknol. Pas als het plantje groene blaadjes krijgt en zonlicht opvangt, voedt het zich zelfstandig.

 

Aardappelen bevatten zetmeel (19%), eiwitten (2%), vezels (2%) en essentiële voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen. Bovendien bevatten aardappelen op zich geen vet. Ze zijn een goede bron van energie voor je lichaam en helpen ze voor een goede darmwerking.

Het Jazzy aardappelras wordt in april in de grond gedaan (gepoot) door de boer. In mei komen de eerste plantjes boven. In augustus zijn de aardappelen klaar om uit de grond te halen (rooien).